Mijn info is het best.

In de onderwereld

Voor de wind ging het, Aeneas’ vloot vloog over de golven. Na een tussenstop op Sicilië landden ze op het strand van Cumae, niet ver van de tempel van Apollo, de god die de toekomst kent. Vlakbij die tempel in een geweldige grot woonde de Sybylle, de priesteres van Apollo. Via haar konden de mensen raad aan Apollo vragen. Aeneas ging naar haar toe en vroeg om advies. ‘Oorlog, Aeneas!’ sprak de Sibylle. ‘Oorlog zie ik, rivieren schuimend van het bloed! Juno zal u blijven tegenwerken maar geef niet op!’ De stem van de Sibylle galmde door de grot. ‘O maagd!’ vroeg Aeneas toen, ‘ik weet dat hier de ingang van de onderwereld is. Ik smeek u, zou ik nog eenmaal mijn geliefde vader mogen zien?’ ‘De weg omlaag is kort en gemakkelijk, maar terug uit de duisternis naar het daglicht komen, dat is bijna onmogelijk,’ antwoordde de Sibylle. ‘Maar als u absoluut wilt: in een donkere boom ergens in het woud hang een gouden tak. Deze tak heb je nodig om de onderwereld te betreden.’ Aeneas zuchtte. Een tak vinden in een woud van duizenden bomen. Hoe moest hij dat doen? Op hetzelfde moment streken twee duiven voor zijn voeten neer. Duiven! De lievelingsvogels van zijn moeder! Aeneas begreep het teken. Hij volgde de duiven en vond de tak. Daarna offerde hij vier zwarte stieren aan de godin van de onderwereld en daalde aan de zij van de Sibylle af in het dodenrijk.

Allerlei monsterachtige gedaanten ontmoette hij, overal fladderden en ijlden grote troepen schimmen. Ook Dido dwaalde er tussen de schaduwen, onherkenbaar bijna. ‘O Dido!’ riep Aeneas. ‘Arme Dido! Ben je dood? Heb je om mij het leven verlaten? Ik zweer je, Dido, tegen mijn zin ben ik bij je weggegaan. Ik moest, de goden dwongen mij!’ Maar Dido keek Aeneas niet eens aan. Zonder een woord te zeggen draaide ze zich om en verdween tussen de sombere bomen van het onderaards woud. Verder ging de tocht, langs de gevallen helden van de Trojaanse oorlog, langs de Tartarus, waar de wraakgodinnen de grootste misdadigers met ketens en zweepslagen martelen. Eindelijk kwamen ze in het land der gelukzaligen, het Elysium. Daar was Anchises. Tranen liepen over zijn wangen toen hij Aeneas zag. ‘Mijn jongen, ben je dan toch gekomen?’ stamelde de oude man. ‘Ik verwachtte, ik hoopte het zo!’ Lang spraken ze met elkaar. Anchises voerde Aeneas door de Elyseïsche velden en toonde hem de zielen van mensen die nog geboren moesten worden en van belang zouden worden voor de Romeinse geschiedenis. ‘Ga naar Hesperia, mijn zoon, naar Latium,’ zei Anchises bij het afscheid, ‘Ga naar Koning Latinus en voer daar de oorlogen die je moet voeren!

 

 

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode